De intrigerende effecten van ontspanningstechnieken als meditatie en hypnose

Meditatie en wetenschap

Daniel Goleman is psycholoog. Hij studeerde Psychologie aan Harvard University en was hoofdredacteur van Psychology Today. Hij is de bedenker van het begrip 'emotionele intelligentie' en auteur van het gelijknamige boek daarover, waarvan wereldwijd meer dan vijf miljoen boeken werden verkocht. Emotionele intelligentie verscheen in 1996 en werd in meer dan twintig talen vertaald. Hij doceerde aan Harvard University en schreef 12 jaar lang voorThe New York Times over menselijk gedrag. 

Hij voert onderzoeken uit samen met Richard Davidson, hoogleraar psychologie en psychiatrie aan de University of Wisconsin. 

Hersengolven

Wanneer je een creatieve ingeving hebt, wanneer je de oplossing van een puzzel vindt, of wanneer je net je tanden in een sappige appel zet of bij de gedachten daaraan, dan produceren je hersenen gamma golven. Dit soort golven houden meestal niet langer aan dan twee tienden van een seconde. Uit de onderzoeken van de auteurs kwamen onder meer naar voren toen de wetenschappers metingen deden naar de hersengolven van 21 yogi’s met ruime meditatie ervaring in een staat van rust, dus zonder dat ze mediteerden. Ze bleken ook dan een verhoogde waarde aan gamma golven te hebben. Dus niet slechts gedurende twee tienden van een seconde, maar constant, als ‘standaardkenmerk van hun neurale activiteit’. Zelf omschreven de yogi’s het als ‘een ruimtelijkheid en weidsheid van ervaring, in de zin dat al hun zintuigen helemaal openstonden voor het totale spectrum aan ervaringen’. Voor Goleman en Davidson was dit waar ze naar zochten: een bewijs dat meditatie de hersenen blijvend heeft veranderd, zodat de eigenschap zich ook buiten de meditatie om blijft voordoen.

Hypnose

Ook bij hypnose kunnen verschillende niveaus van hersengolven worden bereikt dankzij relatief eenvoudige technieken. Geregistreerde patronen van hersengolven tonen aan dat iemand onder hypnose zich in een toestand tussen waken en slapen bevindt. Hoewel de wetenschappelijke geschiedenis van het gebruik van hypnose pas aanvangt me Franz Mesmer in de 18 e eeuw werd de techniek reeds lang daarvoor toegepast door zogenaamde tovenaars en genezers.

Hypnose krijgt ondertussen steeds meer erkenning, zelfs in de medische wereld en tal van ziekenhuizen bieden ondertussen zelfs hypnose aan als alternatief voor anesthesie. De wetenschappelijke erkenning zorgt ervoor dat meer en meer mensen toenadering zoeken tot hypnose therapie. Hypnose is over het algemeen een kort durende therapie met snelle resultaten. Naast hypnose als therapie leren ook steeds meer mensen zelfhypnose aan, een techniek die soms vergeleken wordt met meditatie. Toch zijn er verschillen. Bij meditatie gaat het doorgaans om het bereiken van een soort van ‘aanvaarding van wat is’, waarbij de bewustwording wordt gebracht naar het ‘zijn’ op zich terwijl er bij hypnose meestal een meer actieve intentie is, met een specifiek doel voor ogen. Hier gaat het meer om het aanpassen van iemands mindset om iets dat men voorop stelt te bereiken.